Het ontwerp van deze jaren dertig woning werd bepaald door de wens de achtertuin te behouden maar tegelijkertijd het woonoppervlak op de begane grond te vergroten. Dit betekende een uitbreiding aan de zijkant waarbij de bestaande garage onderdeel werd van het totaal.

Feitelijk is de keuken tussen de bestaande woning en de garage geplaatst. Om te voorkomen dat de wand naar de buren te hoog werd, is er een trapsgewijze dakopbouw gemaakt. In het lagere gedeelte is een ‘facility wall’ ontworpen waarin keukenblok, garderobe en meterkast zijn opgenomen. Door bovenlichten te maken bij het ‘opgetilde’ dak, hebben de ruimten veel daglicht gekregen. Dit dak gaat aan de voorzijde over in een welkome luifel bij de entree.